Wiebe Wiebes Visser

* 11-9-1840 te Schiermonnikoog Overleden, ?
z.v. Wiebe Jacob Visser (1796-1870) en Grietje Ytje Post. (1808-1878)
∞ 19-1-1865 te Schiermonnikoog met:
Catharina Maria Teensma
* 1-9-1841 te Schiermonnikoog Overleden, ?
d.v. Lourens Pieter Teensma (1814-1905) en Reintje Pieters Colle (1819-1905)

Het echtpaar is in 1883 vertrokken naar Amsterdam. In 1864 stopt zijn vader Jacob Wiebes Visser met varen. Zijn college No. 4 geeft hij over aan zijn zoon Wiebe, die dan zijn eerste schip krijgt: de brigantijn Sara dragende 155 lasten metende 294 tonnen, gebouwd in 1838, en toebehorende aan de rederij J.en J. Vinke in Amsterdam.
Het begin is niet zo gelukkig geweest. Op 15-9-1865 verongelukt de Sara in de Finse Golf nabij Reval. Wiebe komt er levend af. Hoe het met de andere leden van de bemanning is gegaan is mij niet bekend. Wiebe laat zich door dit voorval niet ontmoe digen.
Van 1867-1869 is hij kapitein op de galjoot Zwaluw dragende 50 lasten, metende 84 tonnen, gebouwd in 1864 bij de scheeps werf Patje te Waterhuizen. De Zwaluw vaart verder onder comman do van kapitein J.J.W.Teensma.
In 1869 vaart Wiebe als kapitein op de bark Louise Christine (ex Bolvig), 401 ton en gebouwd in 1830. Op reis van Narva naar Rotterdam werd dit schip op 9-11-1869, na stranding op de Hollandse kust verbrijzeld. De kapitein was de enige, die er levend af kwam. Visser raakte beklemd tussen onderdelen van het tuig en sloeg daarmede overboord. Met het wrakhout, waaruit hij zich kon bevrijden, dreef hij naar het strand. Dit was zijn redding.
Vanaf 1870 vaart hij op de bark Heemse (ex Koning Wilem II). De Heemse werd voor F 17.500, - aangekocht met de vermelding: rood koperen verdubbeling en spijkervast. De Heemse dragende 383 lasten, metende 742 tonnen, gebouwd in 1843 met naamsein N.V.T.R. werd in 1870 bevracht door de Nederlandse Handelmij voor een reis naar de Oost.
Van 1881-1882 heeft Wiebe het commando op de bark Egbert en Nicolaas (ex Landbouw), dragende 607 lasten, metende 725 tonnen, gebouwd in 1856, naamsein N.D.P.B. De Heemse krijgt eerst kapitein Tjeerd K. Visser, een zwager van Wiebe, en daarna kapitein M.G.G. Fenenga.Onder het gezag van Fenenga is de Heemse I gestrand en tot wrak geslagen in de Oostzee nabij Sundsval, zeetijding 14 October 1881.
Steeds waren het schepen van de rederij J.en J.Vinke in Amsterdam.
Inmiddels kocht deze reder een ander schip de Heemse II (ex India Packet), dragende 400 lasten, metende 710 tonnen, gebouwd in 1861 te Alblasserdam door Jan Smit, naamsein N.V.T.Q. De Heemse II had geladen achter een diepgang van 18 voet. Zij werd aangekocht voor F 24.250, -.
Wiebe heeft zich aangesloten bij het zeemanscollege van Den Helder en krijgt daar No. 13.
Onder zijn gezag werd er in 1893 nog een late reis gemaakt naar de Oostzee. Door het vroeg invallen van de winter raakte zijn schip beklemd in het ijs en werd aldaar gekraakt. De derde schipbreuk van Visser. Het schip ging verloren ten westen van de noordpunt van Gotland (Kaap Faro).
Na zijn derde schipbreuk legt hij het bijltje erbij neer, na een bewogen diensttijd van 30 jaren als kapitein. Hij blijft nog tot 1914 lid van het zeemanscollege op Schiermonnikoog en zal ongetwijfeld de scheepvaart in die jaren vanaf de wal hebben gevolgd.